In oktober 2015 vond er op de toenmalige Er-was-eens-lijst een discussie plaats over acteren en vertellen. Een discussie welke overigens nog steeds gevoerd wordt. Walter Roozendaal gaf de aanzet in een discussiestuk. Naar aanleiding van de eerste reacties schreef hij vervolgens een tweede stuk. Hier lees je deel 1.
Deel 1: Discussiestuk
Over acteren hoor je onder vertellers soms harde oordelen: vertellen is iets volkomen anders dan acteren, en vertellers hebben er last van wanneer iemand te veel acteert. Dat wil ik als verteller èn enthousiast regisseur/theaterdocent graag wat verder onderzoeken.
Allereerst: wanneer iemand probeert te acteren, heel duidelijk doet-alsof, of met veel nadruk een emotie probeert op te zetten – ja, dan ben ik het met de kritiek volkomen eens. Dat zijn goed bedoelde pogingen om een vertelling meer waarde te geven, maar helaas ook demonstraties van slecht en hulpeloos acteren. Dat kan je dan te-véél-acteren noemen, maar ik vind dat dus juist voorbeelden van helaas-te-weinig-kùnnen-acteren! Jammer dus…
Nu leid ik al vele jaren zangers én vertellers op om ‘acterend’ te zingen of vertellen. Wat bedoel ik dan met de combinatie van acteren en vertellen? Wat bedoel ik met acteren, hoe zit dat met het vertolken van emoties?
Acteren doet iedereen altijd een beetje
Acteren noem ik in dit verband het vermogen om de indruk te wekken dat je iets anders beleeft, of iemand anders bent, dan wat op dat moment de werkelijke realiteit is. Je roept dus een andere werkelijkheid op, of een andere zijnswijze, je schakelt daar op over.
Realiseer je dan om te beginnen dat iedereen op die manier de hele dag door acteert. Zoals op ieder moment dat je iemand onverwacht tegenkomt en verrast “Hé, wat doe jij hier, hoe gaat het met je?” roept. Je roept op dat moment een nieuwe beleving, een nieuwe zijnswijze op. Of wanneer je een belangrijke vraag stelt doe je dat de ene keer vriendelijker, opener, strenger, eisender, smekender, …, dan een andere keer. Je stemt je af op de situatie en de mensen, en roept de bijbehorende zijnswijze op. En de ene keer doe je dat spontaner, de andere keer kunstmatiger. Sociaal vaardige mensen zijn daar meesters in.
In die zin is acteren een normaal, zelfs noodzakelijk onderdeel van ons leven. En kan iedereen dat in principe ook. Want wanneer je dat niet zou kunnen heb je het moeilijker om sociaal te functioneren. En het werkt zolang jijzelf en de mensen om je heen, jou en je gedrag als ‘echt’ ervaren. ´Echt´ betekent: kloppend met jou en de situatie.
Emoties delen
Emoties zijn rare dingen. Ze bestaan voor jou namelijk pas wanneer je ze voelt. En dat voelen doe je met je lichaam. Emoties zijn dus direct verbonden aan fysieke ervaringen. We zeggen dat ook: spanning in je buik, zwaar op je maag, een last op je schouders, licht als op wolken lopen, enz.
Meeleven met iemand anders doe je, door innerlijk mee te doen aan die fysieke ervaring. Dat is een fantastisch mechanisme (hersenonderzoekers hebben het over de functie van spiegelneuronen) dat in principe ieder ‘normaal’ mens kan en doet. Bliksemsnel en direct. Ons sociale functioneren is daar volkomen afhankelijk van. En iedereen kent dat: jij hebt verdriet en bij mij springen de tranen eigenlijk ook in mijn ogen. Dat kan ik verbergen en innerlijk proberen houden, maar het is wel al eerst gebeurd. Voor ik me er eventueel tegen kon verzetten.
Acteurs weten dat al eeuwen. Publiek leeft mee met wat zij oproepen op het toneel, in de combinatie van wat ze emotioneel en fysiek gestalte geven.
Wanneer heb je het dan over acteren?
In theaterland heb je verwoede discussies over hoe je acteren professioneel moet aanpakken. Grofweg kan je een verschil zien tussen acteurs, die fysiek een zijnswijze oproepen van waaruit ze acteren (maar die ze niet noodzakelijkerwijs ook eerst hoeven te voelen), en mensen die een emotionele zijnswijze oproepen en dat gevoelsmatige proces fysiek vorm laten krijgen.
Opnieuw: dat werkt zolang wij dat als ‘echt’ ervaren: kloppend met de rol en de situatie. Dan heb je van dat acteren ook geen last, integendeel, dan bewonder je het schijnbaar vanzelfsprekende gemak waarmee acteurs dat doen (“Meneer, u bent een geboren verteller!”- “Dank u wel mevrouw, daar heb ik dertig jaar aan gewerkt…”).
En is dat niet wat elke verteller wil bereiken? Dat een verhaal in de vertelling een nieuwe werkelijkheid wordt, die toehoorders op dat moment als ‘echt’ ervaren, kloppend bij de vertelfiguren en de situatie – waar publiek zich meelevend voor opent en aan kan overgeven?
Ik zie dan eigenlijk het verschil tussen vertellen en acteren niet meer zo duidelijk. Ik roep een andere werkelijkheid op, en geef die in overeenstemming met mijn beleving vorm in mijn houding, gebaren en stem. Dat doe ik bewuster of spontaner, handiger of onhandiger, grootser of intiemer, natuurlijker of gekunstelder, opener of geslotener, enzovoort (en al deze kwalificaties kan je positief gebruiken, zelfs ‘onhandiger’ kan een heel aantrekkelijke vertelwijze zijn!). Verteller en acteur delen het streven om dat proces zo volledig mogelijk te laten plaatsvinden. En natuurlijk: ik waardeer iedereen die zich sterk maakt voor ‘natuurlijk vertellen’ – eigenlijk doe ik dat ook – terwijl ik tegelijkertijd denk: zie je dan niet dat je op dat moment dus ook op een zo natuurlijk mogelijke manier aan het acteren bent? En zou het kunnen helpen wanneer je daar in een groei naar meer kwaliteit bewuster mee om zou leren gaan?
En nog iets: wanneer je dat acteer- of vertelproces volledig uitvoert, zijn groot of klein vertellen opeens geen probleem meer. Je zou enorm groots kunnen vertellen – zolang het klopt en volledig is gaat publiek daar in mee. Het is dan gewoon een vertelstijl, die zijn eigen bestaansrecht heeft naast alle andere aanpakken. “Heerlijk dat iemand dat zó durft” zeggen ze dan. Een andere keer is juist heel klein weer prachtig.
Op het moment dat we voelen dat iemand wel iets heel groot probeert te maken, maar dat het niet volledig klopt – ja dan zeggen we dat-ie ‘te veel acteert’ en onecht is. Een overdreven gezicht opzetten, een overdreven stem, een overdreven houding, je publiek met een dikke frons zeggen hoe erg het wel niet is (“o, o, wat vreeeselijk hè” - dus voorschrijven wat ze moeten voelen) – we weten haarscherp wanneer een vertelling klopt en volledig is, en wanneer niet.
Maar wanneer het klopt, zijn vertellen en acteren voor mij dus eigenlijk bijna hetzelfde proces, en zitten ze elkaar niet dwars. Integendeel. Ik ben dankbaar voor alle middelen die mijn theaterscholing mij aangereikt heeft, waarmee ik met zo enorm veel plezier vertel.
Het is in dit artikel niet de plek om gauw even een acteerhandleiding te geven. Die handleidingen zijn er natuurlijk: in mijn eigen ‘Handboek Podiumpresentatie’ geef ik daar bijvoorbeeld een eerste basis voor, maar verbaas je over de overweldigende hoeveelheid doorwrochte boeken in de catalogus van International Theater & Film Books ITFB http://theatreandfilmbooks.com of de Theaterboekwinkel http://www.theaterboekwinkel.nl . Op dit moment vind ik dit een geweldig boek: Machteld Hauer, ‘The Actor’s Dance Of Conciousness’, Amsterdam 2014, Uitgeverij International Theatre & Film Books. Machteld Hauer gaat in haar onderzoek naar het wezenlijke van acteren tot het uiterste – over professioneel acteren op het allerhoogste niveau. En vanuit een andere invalshoek het werk van de mimespeler Herman Verbeeck ‘De acteur, atleet van het hart’, Amsterdam 2004, Uitgeverij International Theatre & Film Books, over de geschiedenis van wat we tegenwoordig ‘fysiek theater’ noemen. Het is vast niet toevallig dat ik hier twee schrijvers noem, die regisseren en spelen mede vanuit een dans- of mimeachtergrond, ergens tussen beleving en vormgeving… Beide boeken geven een diepe en niet altijd direct te bevatten achtergrond – voor het echt leren acteren heb je de levende meesters nodig. Wat deze twee mensen allebei ook zijn.
Tegelijkertijd: acteren leer je niet uit een boekje. Dat ontwikkel je al doende, met vallen en opstaan, en doorgroeien, doorgroeien, doorgroeien. Een goed opgeleide docent/regisseur is daar een enorme hulp bij: toneelspelen is een vak dat niet voor niets eeuwenlang mondeling is overgedragen.