Concept
Een groep vertellers gaat langs scholen, stormt binnen, trekt een klasdeur open en vertelt een verhaal van tien minuten. Alle kinderen in alle klassen of alle kinderen van bepaalde groepen, krijgen een verhaal. En elke klas krijgt een ánder verhaal.
De kinderen worden letterlijk overvallen. Alleen de schooldirecteur is op de hoogte van het hele plan. De docenten worden slechts gebrieft met de mededeling ‘dat er iets gaat gebeuren’ en ‘dat ze medewerking moeten verlenen’.
In de pauze delen de kinderen hun ervaringen. De verwachting is dat ze elkaar de verhalen gaan vertellen die ze hebben gehoord in de klas: “Weet je wat er bij mij in de klas is gebeurd?” “Oh, bij mij ook”. “Wat vertelde hij dan?” “Oh bij mij iets heel anders”. “Vertel eens?”
Doel
Het doel is om kinderen en jongeren in aanraking brengen met ‘het vertelde verhaal’ als oeroude vorm van overdracht, als bron van fantasie, als bindmiddel tussen culturen en leeftijden. Kinderen aan het vertellen brengen.
Publieksbereik: één verteller kan in één schooldag (9.00-15.00 uur) ca. zeven maal een verhaal vertellen van tien minuten. Een klas telt gemiddeld dertig kinderen. Dat betekent 210 leerlingen per verteller.
Organisatie
De aanval kan zo groot en zo klein worden uitgevoerd als maar denkbaar is, afhankelijk van de capaciteit van de deelnemende groep vertellers.
In Zwolle is op 20 maart 2008 met negentien vertellers aan ruim drieduizend kinderen een verhaal verteld. Zij gingen met twee limousines, een Bentley en een Rolls Royce op stap. Verkleed en gewapend met vlaggen, spandoeken en andere toeters en bellen.
Er is echter ook een aanval bekend van één vertelster die op de fiets stapte en onverwacht een ziekenhuis ‘bestormde’ met haar verhalen.
In het verslag van 2009 is te lezen hoe in 2009 op vele plaatsen in Nederland een ´verteloverval´ plaatsvond.
Aandachtspunten
Communicatie
Bij al deze vormen is één ding belangrijk: communicatie met de ontvangende scholen/ziekenhuizen etc. Dus: duidelijke afspraken maken en een duidelijk draaiboek produceren met schooladressen en een tijdplan. Aanrader: tien minuten van tevoren de komst van de vertellers telefonisch melden bij de schooldirecteur/contactpersoon.
In Zwolle zat in elke auto een ‘sergeant’, die tevoren belde met de school. De sergeant ging als eerste de school binnen om te bekijken waar de lokalen zich bevonden. Zo kon hij/zij in heel snel tempo de vertellers naar de klassen loodsen. De zes sergeanten werden aangestuurd door een ‘generaal’, die vanaf de thuisbasis bijhield welke scholen al bestormd waren en welke scholen nog niet. Iedere sergeant had een complete adressenlijst. Wanneer een team al klaar was, konden ze dus op één commando van de generaal een school van een ander team overnemen. Zo konden zoveel mogelijk scholen in één dag worden bestormd.
Publiciteit
Leg tijdig contact met de pers en bouw in je draaiboek een aantal persmomenten in: vaste tijdstippen waarop de aanvallende vertellers op een bepaalde school een bestorming zullen uitvoeren. Zo is de pers verzekerd van een bruisend fotomoment en zijn de vertellers verzekerd van publiciteit. Ook is het mogelijk, een journalist een tijdje te laten meerijden met één van de aanvallende teams.
Verzorging
Bouw een vast lunchmoment in. Doorgaans is het honorarium voor de deelnemende vertellers niet hoog, zorg daarom zeer goed voor de innerlijke mens. Een uur pauze is legitiem, omdat de scholen die ook hebben. En zo vaak ben je niet met een groep vertellers op één plek. Het samenzijn met vele vertellers schreeuwt bovendien om een gezellig einde in de vorm van een etentje.
Financien
Tips voor sponsoring en subsidie:
- Koepelorganisaties van scholen
- Lokale overheden/provinciale overheden afh. van de reikwijdte van het project
- Fondsen
- Een cateraar in natura
- Een autoverhuurder in natura
- Een loyaal restaurant
Dankzegging
Dit concept is geinspireerd op de ‘Storytelling Razzia’ van het Fabula Team in Stockholm.