Betoveren of Aantallen maken?

Discussiestuk van Corine Kistemaker & Tom Draisma, Lelystad, oktober 2015.

Inleiding

‘Ik kies voor kwaliteit, en niet voor kwantiteit!’ Deze opmerking, of een opmerking van soortgelijke strekking, horen we allemaal wel eens. De spreker onderstreept dat het hem of haar vooral om deugdelijkheid, schoonheid, iets bijzonders, te doen is, en niet om aantallen. Ook verhalenvertellers menen soms dat verhalen vertellen en ‘aantallen maken’ niet goed samengaan. Aantallen maken hangt samen met statistiek, met scoren, met op meetbare manier indruk te maken. Maar vertellers streven er daarentegen naar om aan een gezelschap, klein of groot, of zelfs aan één persoon, een mooi verhaal te vertellen. Dan gebeurt er iets, er ontstaat een betoverende sfeer waar zowel de verteller als het gehoor genietend in opgaan. Toch is de notie van aantallen maken, of ‘kilometers maken’, in vertelland niet helemaal onbekend. Hier volgen eerst een paar voorbeelden.

Aantallen maken: een paar voorbeelden

Wanneer ben je verteller?

Op de vraag ‘Wat is een professionele verteller?’ wordt soms geantwoord in de trant van: ‘Een professionele verteller behoort uit een flink repertoire van 100 (of 200) verhalen een grote verscheidenheid aan verhalen, geschikt voor verschillende soorten publiek, te kunnen vertellen, daarbij voornamelijk steunend op haar of zijn geheugen’. Dit is immers iets dat beroepsvertellers en troubadours in orale samenlevingen ook konden en, voor zover zulke samenlevingen nog bestaan, nog steeds kunnen.

Beginnende vertellers en aantallen maken

Op de eerste ‘School vol van Verhalen’, OBS de Krullevaar te Zwolle, hebben cursisten van de Verhalenboot, eveneens te Zwolle, een tijdlang leerlingen gecoacht tot verhalenverteller. Voor het zover was, hebben ze een aantal weken iedere vrijdagmiddag verhalen verteld tijdens het vrije-keuzeprogramma van de leerlingen. Voor deze beginnende volwassen vertellers was dat een mooie manier om ‘vertelkilometers te maken’, zo hoorden wij van de initiatiefnemers. Voor de kinderen had het programma uiteraard ook veel te bieden.

De vertelkring en aantallen maken

Lid worden van een vertelkring heeft ook die kant van ‘vertelkilometers maken’. Als de kring 10 keer per jaar bijeenkomt, en je vertelt drie jaar lang acht tot tien keer per jaar een verhaal, dan heb je een repertoire van 24 à 30 verhalen opgebouwd. Daarnaast heb je een paar honderd verhalen van anderen gehoord en verteld zien worden. Aantallen maken! Daarin moet je dan wel 25 tot 30 avonden investeren. Maar dan heb je ook een schat aan levensechte ervaring opgedaan, zowel in het vertellen als in het beluisteren van verhalen door levende vertellers.

Van aantallen maken naar betoveren

In het kader van de eerste Wereldverteldag waaraan Nederland in 2008 meedeed, hebben 13 Lelystadse vertellers, onder wie ook de toenmalige stadsdichter en één schrijver, op initiatief van de Stichting Vertellen Flevoland, later herdoopt in St. Wereldverhalen Flevoland, acht basisscholen bezocht en aan 1400 kinderen verdeeld over 61 lokalen een verhaal van een kwartier verteld. Dat is nog eens aantallen maken. Het kost wel het één en ander aan voorbereidingen. Hoe vind je die scholen? Over hoeveel en welke groepen heeft een school haar leerlingen verdeeld? Vind maar eens vertellers die overdag kunnen. Niet iedereen kon beide dagen, of op één dag iedere ronde, meemaken. Aan welke leeftijdsgroep vertelt men het liefst? En: heeft men dan ook verhalen geschikt voor die leeftijdsgroep? Als dat allemaal rond is, ja, dan kun je in 61 lokalen voor even een intieme sfeer creëren en een mooi of pakkend verhaal vertellen, een ketting van 61 parels. Kortom: betoveren en aantallen maken, kwaliteit en kwantiteit, hoeven elkaar helemaal niet te bijten!

Inzoomen

Maar nu komt het: In één van die acht scholen voerden we later het project ‘Om de Gouden Vertelpas’ uit. Een klein aantal vertellers van vertelkring ‘De Verhalenvertellers’ vertelde in juni 2008, tijdens de vrije-ruimte-uren op vrijdagmiddag, verhalen aan díe kinderen die in verhalen en vertellen geïnteresseerd waren. Na de vakantie werden een paar van deze kinderen, één of twee uit elke bovenbouwklas, gecoacht tot verteller. Ieder kind kreeg gedurende een bepaalde tijd één vaste verteller als coach. Als afsluiting kwam er een vertelvoorstelling voor de hele school, en voor die ouders die zich hadden kunnen vrijmaken. Kijk, met zo’n opzet kun je kwaliteit, betovering, nastreven. Zo’n programma kun je niet aan honderd leerlingen aanbieden om maar aantallen te maken, althans, wij in Lelystad niet. Maar het begon wel met ‘aantallen maken’! Kortom: je moet steeds keuzes maken: wanneer kun je nu eens aantallen scoren of vertelkilometers maken, en wanneer moet je juist voor kwaliteit, een beperkte groep, een speciaal programma of een intiem verhaal gaan?

Relevantie voor het werken in de wijk

Het is opvallend dat in bijna alle in Lelystad uitgevoerde projecten en programma’s die ‘ontmoeting’, ‘binding’ en ‘sociale cohesie’ nastreven, het aantal personen dat bereikt werd zeer bescheiden is. Bij het project ‘Kunst uit de wijk / kunst in de wijk’, bijvoorbeeld, dat rond 2007 in onder andere de grote Lelystadse Atolwijk is uitgevoerd, kwamen na een wervingsactie 41 kunstenaars naar voren. Maar door de expositie in de wijk, die later in het Stadhuis herhaald werd, samen met werken uit de Zuiderzeewijk, en door het fotoboekje dat verscheen (met korte interviews met alle kunstenaars, en met hun foto’s), hebben de programma’s wel bijgedragen tot verbetering van het imago van deze wijken in bredere kring.

Nog twee voorbeelden

[1] In 2008 en 2009 voerden Stichting Welzijn Ouderen Lelystad (SWOL) en het regionale Centrum voor Ontwikkelingssamenwerking (COS) gezamenlijk een ontmoetings- en discussieprogramma uit in buurthuizen van Lelystad. Het programma heette ‘Samen op reis’, en duurde één ochtend. Men mikte op volwassenen van uiteenlopende afkomst. Op iedere ochtend werd ook tweemaal, door twee verschillende vertellers, een toepasselijk ‘reisverhaal’ verteld. Dit kon ook een verhaal zijn uit het land van herkomst van de verteller. Wij, Corine Kistemaker & Tom Draisma, en ook Lana Kora en Ab Strijker, hebben aan een paar van deze ochtenden als vertellers meegewerkt. Voor de aanwezigen zeer geslaagd. Maar als je de opkomst bekijkt dan luidt de conclusie: matig bezocht. Op één zo’n ochtend bijvoorbeeld, in buurthuis de Bever in de Waterwijk, kwamen 13 geïnteresseerden af, terwijl per post meer dan duizend omwonenden van 50+ uitgenodigd waren. Ook in dit geval kun je peinzen over kwaliteit en kwantiteit. Je kunt waarschijnlijk ook op andere manieren 13 mensen of meer, rond de tafel krijgen. Zie het voorbeeld hieronder. En verder geldt: ‘Het goede is veel!’ Want die 13 mensen hebben een prachtige ochtend gehad, met veel ‘ontmoeting’.

[2] Dat het qua bereik toch ook wel anders kan, toont het project ‘Het Verhaal van Lelystad’ (2006) dat wij, Corine & Tom, namens de gemeente Lelystad en de Openbare Bibliotheek Lelystad, nu FlevoMeer Bibliotheek | Lelystad, mochten uitvoeren. Dankzij subsidies van het landelijke Fonds voor Bibliotheek Vernieuwing en de gemeente Lelystad kon hier een uitgekiend en breed vertakt wervingsplan uitgevoerd worden. Zo ontstond een project met zowel diepgang in flink wat woonkamers, als heel veel deelnemers, verdeeld over twee dozijn huiskamersessies bij inwoners van verschillende wijken thuis, en met veel nieuwe verhalen. In de twee daaropvolgende jaren werd ‘geoogst’ door middel van twaalf vertelvoorstellingen in de bibliotheek met eigen verhalen van inwoners, alle opgeluisterd met muziek van plaatselijke musici. Ook hier een verbijzondering van ‘kwantiteit’ naar ‘kwaliteit’. Betoverend.

Conclusie

Hierboven zijn verschillende voorbeelden genoemd van ‘aantallen maken’ of ‘kilometers maken’. Daarbij kan het gaan om het opbouwen van een flink repertoire van verhalen, het vaak vertellen van verhalen om zo uiteenlopende vertelervaringen op te doen en als verteller te groeien, of het via allerhande publiciteit en wervingsacties bereiken van veel deelnemers of van een groot publiek. Drie zaken zijn nu onzes inziens van belang: [i] Kilometers of aantallen maken mag nooit ontaarden in lopende bandwerk; [ii] Het achterliggende doel moet blijven mensen bijeenbrengen rond een goed verteld mooi, grappig, tragisch of spannend verhaal. Vertelbijeenkomsten kunnen op allerlei manieren ‘opgesmukt’ worden, denk aan muziek; denk aan napraten, maar daar gaan we hier nu niet op in. Kortom, aantallen maken en vertelkwaliteit, betovering, nastreven zijn onderwerpen die allebei, op hun tijd, en in wisselwerking met elkaar, de aandacht van vertellers verdienen.