Verslag Vertel Event 15 januari 2020

Op 15 januari 2020 opende de Gelderlandfabriek in Culemborg weer haar deuren voor het vertel Event. Thema was dit jaar:  “Grenzeloos vertellen.”

 “Wie heeft de meeste goesting?” — Maarten van Rompaey

Een grens kan zijn: schuren aan erotiek.

We openden de dag met een korte vertelling door Maarten van Rompaey. “Wie heeft het meeste goesting?” Een vertelling over de waarheid tussen man en vrouw, over seks en verlangen (wat is goesting dan een mooi woord), en wie de sluwste listen verzint.

Nieuws van Stichting Vertellen

Saskia Bangma noemt allereerst de vernieuwde website, waarop we o.a. veel aandacht hebben besteed aan de ‘etalage’ waar alle participanten zich kunnen laten zien. Wil Spronk heeft aan dat proces met webbouwer Simone Kornalijnslijper leiding gegeven, samen met Melanie Plag, Walter Roozendaal en Saskia zelf. Daarmee heeft Wil de laatste stappen van zijn bestuurslidmaatschap afgerond.

Verderop staat daar nog een artikel over.

Saskia noemt verder de Toolbox ‘Storytelling in 8 colours”, die Veva Gerards voor FEST (de Europese federatie voor vertellen)  ontwikkelde. In de verslagen van FEST-conferenties schreven we de afgelopen jaren over de werkgroep, die competenties voor vertellen in kaart brengt (en die over 8 gebieden verdeelde). Het resultaat van het noeste werk van vooral Veva is een toolbox, waarmee je op allerlei speelse manieren kan verkennen hoe bijvoorbeeld jij als verteller sterke kanten en voorkeuren hebt, en waar mogelijk welke kanten  je verder zou willen ontwikkelen. Verteldocenten en opleidingen kunnen de toolbox gebruiken om hun lessen mee op te zetten of te evalueren. In de voorjaarsvakantie gaat een aantal collega’s een scholing volgen in het werken met de competenties en de toolbox.

“A fost odata ca niciodata…” — Oriana van der Sande

Een grens kan zijn: wreedheden in vertellingen, en de taal.

Oriana komt ons een verhaal volledig in het Roemeens brengen. “A fost odata ca nicio-data…” is hoe elk Roemeens sprookje begint. We horen de muzikaliteit van de Roemeense taal, zien de gebaren, volgen de emoties. Hoe grenzeloos is vertellen als taal geen barrière meer is? Want we ontdekken al snel dat we luisteren naar Assepoester.

 “Vertellen vanuit niets” — Irina Hoffer

Een grens kan zijn: hoeveel woorden zijn er nodig om een verhaal te vertellen.

Saskia Bangma noemt in haar inleiding de kracht van de life-stream, waarop je op datzelfde moment vanuit Westerbork het noemen van de namen van holocaustslachtoffers kan volgen. Hoe weinig woorden zijn dan nodig…

Irina Hoffer is een visuele verteller en maakt haar verhalen graag driedimensionaal. Daarom zet ze lichaamshouding, stem, mimiek en ondersteunende gebaren in bij het vertellen verhalen. Zij volgde de opleiding tot leraar Nederlandse Gebarentaal aan de Hogeschool van Utrecht. Ze opent haar optreden met een geluidloos verteld verhaal.

Irina maakt een onderscheid tussen het vertellen van een verhaal door een verteller, of verhalen die je samen met de toehoorders maakt. Samen met haar publiek improviseert Irina on the spot een verhaal, waarbij in het verloop de zaal steeds sneller woorden roept die haar verhaal sturen.

Via creatief met schapenkeutels komen we uit bij een ontmande Blauwbaard.

Verhalen Vertellen als Immaterieel Erfgoed: een officiële erkenning

Op de Europese FEST-conferentie afgelopen zomer bleek Nederland een voorbeeld, als enige land waar het gelukt is om vertelorganisaties samen te laten werken in een federatie. In verschillende andere landen worden nu vanuit FEST ‘vertelambassadeurs’ (ja zo heten ze echt) gestimuleerd om ook daar een dergelijke samenwerking te bevorderen.

De Federatie Nederlandse Vertelorganisaties heeft ondertussen 8 deelnemers. Nieuw zijn Storytrail en het Platform Levensverhalen, naast  de Vertelacademie, Mezrab, Het Verteltheater, Storytelling Centre Amsterdam, de Verhalenboot en de Stichting Vertellen.

Inmiddels is hier het eerste wapenfeit van de Federatie Nederlandse Vertelorganisaties: tijdens het Vertel Event vond de bijschrijving van ‘Vertellen’ plaats als Immaterieel Erfgoed.

Sinds 2012 onderschrijft de Nederlandse regering een Unescoverdrag over immaterieel erfgoed. In dat verdrag staan de beoefenaars centraal: zij borgen het in stand houden van hun onderdeel van immaterieel erfgoed, zorgen voor continuïteit èn ontwikkeling in samenhang met maatschappelijke ontwikkelingen. De beoefenaars schrijven een borgingsplan, en deelnemende organisaties zijn ambassadeurs voor hun onderdeel van het erfgoed.

De Federatie Nederlandse Vertelorganisaties, die op dit moment de kracht van acht deelnemende organisaties bundelt, heeft zo’n plan geschreven voor vertellen. Het Kenniscentrum voor Immaterieel Erfgoed Nederland beheert de inventaris, waar vandaag vertellen in werd bijgeschreven.

De acte werd ondertekend door:

  • Leo Adriaanse, directeur van het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed,
  • Raymond den Boestert, voorzitter van de Federatie Nederlandse Vertelorganisaties (behalve van Mezrab was van alle deelnemende organisaties een vertegenwoordiger aanwezig),
  • Theo Meeder, onderzoeker aan het Meertens Instituut en hoogleraar Nederlandse Volksverhalen en Vertelcultuur aan de Rijksuniversiteit Groningen,
  • Peter van Duijvenboden, teamleider projectontwikkeling en innovatie van de Stichting Lezen.

Theo Meder: vertellen is een oude kunstvorm, oud erfgoed. Het Meertens Instituut doet onderzoek: vastleggen, archiveren, interpreteren, veranderingen volgen, ook in internationaal perspectief.

Peter van Fuijvenboden: lezen en vertellen zijn broer en zus, vertellen ligt aan de basis van het latere lezen op de basisschool. Maar ook voor bijvoorbeeld het (V)MBO, waar het een vraag is of studenten van lezen houden? In elk geval zeker wel van verhalen!

Aan het nieuws werd in verschillende media aandacht besteed:

Voor de vertelwereld is dit werkelijk een stap vooruit: wie bijvoorbeeld bij een fonds een subsidie aanvraagt kan, als dat van toepassing is, naar deze erkenning verwijzen en ‘immaterieel erfgoed’ als argument gebruiken voor het belang van vertellen.

We dronken er een glaasje op!

“Een poëtisch, muzikaal experiment” — Fred uit het Broek en Tim Geeraedts

Bij een verhaal of gedicht heeft ieder eigen beelden. Hoe is dat met een muzikant? Hoe beïnvloedt een muzikant tijdens het verhaal of gedicht de beelden en beleving van de toeschouwer?

Fred en Tim gaven een inspirerend voorbeeld: ze verwerkten in een experiment een gedicht van Remco Campert tot een muzikaal vertel-geheel. Wat kan een verteller met vaststaande tekst? Kan Tim de kern van het gedicht in muziek vatten?

“Een smakelijk griezelverhaal” — een workshop met Paul Groos

Paul Groos dompelde ons onder in horror. Zijn voorkeur ligt bij de klassieke mythologie (waarin overigens ook regelmatig het nodige te huiveren valt), daarnaast vertelt hij graag griezelverhalen. Heel milde, grappige en goed aflopende, maar ook bloederige en gore verhalen vol doden die maar niet dood willen blijven. Onbedoeld (maar niet ongewenst) sluipen zulke elementen ook in zijn andere verhalen.

  • Griezelen heeft volgens Paul een evolutionair voordeel: je oefent door mee te leven met een situatie als emotionele voorbereiding op wat je in het leven later tegen kan komen. Dat moet je niet volkomen voor kinderen weghouden: even bang is dan niet slecht.
  • Je legt een situatie onder een vergrootglas, daarmee doorbreek je taboes met iets wat in het echt niet zal gebeuren, je zegt als het ware ‘Dat zal ik in het echt nooit doen hoor!’
  • Horror heeft een eigen soms fascinerende schoonheid: we kijken toch naar een dode kat, of een schilderij met het hoofd van Johannes de Doper.
  • Er zijn wel grenzen. Dat merk je wanneer het echt is, zoals het nieuws van de moorden bij de Australische moskee.
  • Pauls conclusie: ga de horror niet uit de weg. Het is als een witlofsalade waarin bitter, zout, zoet en zuur gecombineerd kunnen worden — alle smaken mogen in verhalen. Daarbij mag horror over grenzen gaan. Grenzen aan wat aangenaam is en waar het nare, ellendige, angstaanjagende of walgelijke begint. Een goed horrorverhaal laat je onderzoeken hoe jij je verhoudt tot al die narigheid en waar jouw grens ligt.
  • Middelen van de verteller zijn het vergroten van het enge beeld en het oproepen van spanning door informatie uit te stellen, als het ware eerst een balletje op te gooien.

Na de lezing van Paul is het publiek aan de beurt: verander een gewoon sprookje maar eens in een griezelverhaal: dat ene geitje mag vertellen wat er met de andere zeven gebeurde.

“Storytelling en de wereld” — Arjen Barel

Arjen deelt met ons de vraag: Is vertellen werkelijk grenzeloos en overbrugt het alle (taal-) grenzen? Kan het zelfs de afstand naar de vijand overbruggen? Tevens presenteert hij zijn boek “Storytelling en de wereld”, een handboek voor het verbindende gebruik van storytelling in communities.

Een interview over het boek kun je hier lezen.

Arjen behandelt de structuur van mythologieën uit Joseph Campbell’s ‘The Hero with a Thousand Faces’ en past deze toe op de mythe van de reis van Odysseus èn het reisverhaal van vluchtelingen nu.

Alleen: is de vluchteling wel onze held? Of is er wijsheid en spiritualiteit in beide werelden: die van ons en die van de vluchteling? Kunnen we alle reizigers waarderen of herwaarderen?

De methodiek van het Storytelling Centre richt zich op verbinden vanuit luisteren wat er echt met mensen aan de hand is. Sprookjes en mythen verbinden zich met wat er echt gebeurd is — en dan verbinden mensen zich ook met elkaar.

Niet storytelling als methodiek om mensen eenzijdig iets op te dringen, maar story sharing. Conflict transformatie en persoonlijke groei staan bijvoorbeeld centraal in het project Share to Connect.

Ooit boeiden Ernst Weerstra en Mia Verbeelen met hun storytelling Arjen. Het was voor hem het begin van zijn werk met vertellen. Als symbool daarvan biedt hij Mia het eerste exemplaar van zijn boek aan.

Arjen Barel, Storytelling en de wereld, Uitgeverij International Theater & Film Books, Amsterdam, ISBN 9789064038907, € 19,95

Arjen zal de volledige tekst van zijn lezing beschikbaar stellen voor de Wiki op de website van de Stichting Vertellen.

“Grenzeloos vertellen?” gesprek onder leiding van Rebekka Roozendaal

De avond starten we met een gezamenlijk gesprek onder gespreksleiding van Rebekka Roozendaal. Als docent sociaal werk en als geestelijk verzorger geeft Rebekka mensen ruimte om stil te staan bij gebeurtenissen die belangrijk voor hen zijn. Als regisseur gebruikt ze de kracht van theater om die persoonlijke verhalen met de buitenwereld deelbaar te maken.

We hebben het over de vraag: “Kunnen we grenzeloos vertellen?” Kunnen alle verhalen verteld worden? Waar ligt voor eenieder persoonlijk de grens? Hoe ver kun je gaan? Grensoverschrijdende verhalen, wat zijn dat voor verhalen?

Centrale vraag: je hebt nu al die presentaties/workshops meegemaakt. Wat wil je daar straks als je thuis komt mee gaan doen?

Rebekka geeft stellingen, waar het publiek op reageert. Hieronder een greep uit de discussie (helaas niet helemaal volledig):

We moeten als vertellers over alles mogen vertellen?

  • Niet alles, want bv. bij de Maori vertel je alleen als je toestemming hebt om een verhaal te vertellen. Wie ben ik om dit te vertellen?
  • Auteursrechten kunnen een rol spelen.
  • Ja, zolang je het op een  respectvolle manier doet. En dat betekent bv ook dat je iemand om toestemming vraagt of de manier waarop/wat je er van vertelt aanpast.

We moeten onze grenzen in het vertellen oprekken.

  • Alleen in  zoverre dat bij je publiek past. Daar vertel je aan dus daar moet je op aanpassen.
  • Daar tegenover: je publiek kan soms veel meer hebben dan je denkt. Je moet het niet betuttelen, of niet serieus nemen door je te laten begrenzen door wat je denkt dat bij hen past.
  • In hoeverre is er een raakvlak met cabaret, wil je dat wel of niet raken? Verhalen bieden de bescherming van de metafoor, cabaret is vaak pijnlijk direct. Tegelijkertijd: Arjen hield hiervoor een pleidooi voor verhalen met een maatschappelijke relevantie. En wat is dan de relevantie van oude verhalen zoals de Odyssee?

Mag je het publiek opzadelen met je pijn?

In hoeverre wil je zelf je grens in het vertellen oprekken?

En daar kwamen persoonlijke antwoorden op:

  • Oprekken in het zoeken van nieuwe vormen (zoals bij de workshop theater vanuit het niets, of het samen vertellen met muziek), manieren van vertellen (zoals meer horror), onderwerpen (zoals persoonlijke verhalen, erotische verhalen, enz.).
  • Je hebt grenzen nodig als veilig kader, om daarbinnen de grenzen op te kunnen rekken.
  • Op een gegeven moment nog: iemand had het gevoel dat we de grenzen niet echt op deze dag hadden opgezocht.

Aysegül Karaca, vertelvoorstelling “Ik zie, ik zie wat jij niet ziet”

De dag werd besloten met deze voorstelling, waarin zang en scènes elkaar afwisselden. Voor mij (WR) o.a. een prachtige illustratie van het pleidooi van Arjen Barel, die de klassieken ook al met hedendaagse problematiek verbond: kantelpunt in het verhaal was het moment dat het meisje in het jeugdtheater schitterend een klassieke monoloog vertolkte, die vervolgens haar moeder de kracht gaf om haar echtgenoot de deur uit te zetten. Grensverleggend verteltheater!