De staat van het vertellen in Nederland en Vlaanderen

Conferentie ter gelegenheid van het 10-jarig bestaan van het Storytelling Festival Amsterdam op 2 november 2017

Het gaat goed met verteltheater/storytelling in Nederland en Vlaanderen. Op steeds meer plekken wordt verteld en steeds meer mensen, maar ook fondsen, beschouwen het als een gerespecteerde vorm van podiumkunsten. De sector heeft zich ondertussen ook steeds beter georganiseerd en er zijn de afgelopen tien jaar zelfs verschillende vertelscholen ontstaan. Maar toch blijft het gevoel knagen dat de vertelkunst niet echt serieus genomen wordt en in ieder geval niet gelijkwaardig beschouwd wordt ten opzichte van andere podiumkunsten zoals dans en toneel. Er is immers nog steeds geen kunstvakonderwijs op het gebied van vertellen. En de Nederlandse podia staan nog beslist niet in de rij om verteltheater te laten zien. Ondertussen wordt er zo her en der gefluisterd: ligt dat ook niet een beetje aan de sector zelf? Is het tussen de schuifdeuren gehalte van het Nederlandse vertellen niet iets te groot?

Dit waren de vragen die op donderdag 2 november aan de orde kwamen op de expertmeeting, die tegelijkertijd de openingsconferentie was van het Storytelling Festival Amsterdam. Dat hiermee ook zijn 10-jarige bestaan vierde!

Met gasten en onder leiding van een aantal uitgesproken sprekers onderzochten we de mogelijkheden om de vertelkunst in Nederland op een hoger plan te tillen. Dat gaat alleen als we ook kritisch naar onszelf kijken, dus ook die introspectie staat op het programma van de middag. Daarbij lag de focus op het artistieke vertellen, het vertellen als podiumkunst.

Doel van de middag was om te komen tot een actieplan voor de komende vijf tot tien jaar. En dan geen beleidsplan met mooie volzinnen, maar een handen uit de mouwen plan. ‘Niet lullen maar poetsen’ is voor vertellers misschien wat onnatuurlijk, maar laten we de uitdaging aannemen! Hieronder het samenvattende verslag:

Blok 1: De staat van het vertellen in Nederland en Vlaanderen – een inleiding

a. Het belang van het verhaal

Arjo Klamer (hoogleraar in de economie van kunst en cultuur aan de Erasmus Universiteit Rotter-dam) benadrukt dat we steeds meer in een tijd leven dat verhalen er toe doen. En daarmee ook het belang van de vaardigheid van het vertellen en luisteren naar een verhaal. Hij pleit voor de ontwikkeling van deze vaardigheid. De interpretatie van een verhaal is belangrijk, en daarmee het vermogen om verhalen goed te kunnen interpreteren. Daar heeft hij ook speciaal aandacht voor in het onderwijs.

b. Wat is er de afgelopen tien jaar gebeurd en hoe heeft het veld zich ontwikkeld?

Arjen Barel (Directeur Storytelling Festival Amsterdam) geeft aan dat er wel degelijk een groei te zien is op storytellingvlak binnen Nederland. De Mezrab, de Vertelacademie en 10 jaar Storytelling Festival hebben daaraan bijgedragen. Arjen merkt op dat er tegenwoordig ook steeds meer jongeren zich aangetrokken voelen tot verhalen vertellen. Langzaamaan signaleert hij het ontstaan van een infrastructuur voor vertellen, zijn er inmiddels ook een aantal actieve kleine podia die vertellen actief programmeren. De vraag is hoe we dit naar de grotere podia gaan brengen? Arjen vindt dat we in Nederland al vrij ver zijn in het onderwijs van storytelling, vooral in het ontwikkelen van methodologie om storytelling te gebruiken. Over dit kunstvakonderwijs hebben we het vandaag. We beperken ons vandaag tot het ‘artistieke’ vertellen.

Blok 2: De vertelkunst en het Kunstvakonderwijs

Sahand Sahebdivani (mede-oprichter Mezrab School for Storytelling) merkt op dat het opmerkelijk is dat de vertellers die nu groot zijn of veel aandacht hebben stuk voor stuk geen specifieke story-telling opleiding hebben gevolgd maar autodidact zijn en hun kennis hebben opgedaan uit andere gebieden. Nieuwe ontwikkeling: De Amsterdamse Theaterschool heeft Sahand zelf benaderd om hem uit te nodigen lessen te komen verzorgen in storytelling. Hoe dat is gegaan? De Theaterschool signaleerde op school een nieuwe jonge generatie die niet altijd goed bediend kon worden met het curriculum dat nu aangeboden word. De school wil dat Sahand de studenten uit hun ‘comfortzone’ haalt, en ‘uit’ school haalt om binnen het vertellen een nieuwe vorm te kunnen ontwikkelen die aansluit bij hun interesses en ambities. Sahand vindt dit een spannende ontwikkeling. Hij geeft aan dat hij het vertellen in Nederland als vrij ‘braaf’ ervaart. Hij pleit voor het maken van meer oncomfortabele dingen, verhalen die schuren. Dat levert volgens Sahand pijnlijke maar ook mooie kunst op. En nog belangrijker, dat levert ook nieuw publiek op, mensen die niet noodzakelijk iets hebben met de vertelkunst. Sahand is ervan overtuigd dat als we maar genoeg kwaliteit kunnen genereren de podia vanzelf komen.

Blok 3: de vertelkunst en de podia

Inge Koks (programmeur Podium Mozaïek Amsterdam) maakte storytelling vijf jaar geleden voor het eerst mee en merkte op dat het zorgt voor verbinding en herkenning. Podium Mozaïek wil een theater zijn dat bruggen bouwt en verbindingen legt tussen verschillende gemeenschappen, en storytelling kan daar uitermate geschikt voor zijn. Wat zij bijzonder aan storytelling vindt is dat het de potentie heeft om het publiek echt mee te nemen en interactie te hebben. Inge vindt actuele verhalen belangrijk die urgentie hebben. Als ze het heeft over programmeren geeft Inge aan dat dat wat haar betreft zich heel erg verhoud tot de identiteit van podium mozaïek: grootstedelijkheid, authenticiteit. Als programmeur hoort ze wel van andere schouwburgen dat zij soms huiverig zijn om storytelling te programmeren. Storytelling wordt toch nog vaak geassocieerd met oude verhalen, sprookjes, rond het haardvuur. Dat is een cliché, maar toch iets dat nog geldt, en dat daarom mensen niet zo snel geneigd zijn het te programmeren. Juist om die reden is een festival als het Storytelling Festival belangrijk om de breedte van storytelling te laten zien. Inge denkt dat nog niet alle storytellers in staat zijn om de hele ‘ complexiteit’ van storytelling/theater te beheersen, met daarbij horend ook elementen als decor, muziek, bepaalde acteertechnieken. Hierin valt volgens haar nog winst te behalen. Hoe kun je ervoor zorgen dat het verhalen vertellen meer wordt dan alleen het verhaal? Gelet op het feit dat we nog wel spreken van storytelling. Storytelling vindt vaak plaats in een intieme setting, terwijl de reikwijdte van thea-ter veel groter is, maar hoe balanceer je tussen het bereiken van die achterste rij, maar toch die intimiteit behouden. Inge signaleert dat de infrastructuur nog niet toereikend is, als we het hebben over onderwijs en fondsen bijv. Toch heeft zij in de vijf jaar dat ze bij mozaïek zit ook wel dingen zien veranderen. Mozaïek is bereid mee te denken en te investeren in het nieuw vormgeven van een stijl.

Blok 4: hoe komen we tussen die schuifdeuren vandaan?

Kitty Peetoom (vertelprogrammeur internationaal verhalenfestival Zwolle Unlimited en verhalenmaker bij De Verhalenboot) benadrukt dat er twee dingen belangrijk zijn:

A. het is belangrijk dat je kan vertellen en B. jezelf kan verkopen.

Probeer je te verplaatsen in de podia en houd rekening met wat ze nodig hebben. Vertellen is een theatervorm en wat Kitty betreft is het dan ook noodzakelijk dat je alle theatervaardigheden beheerst. Ze benadrukt dat perspectief, dat je als verteller volwaardig naast alle andere acteurs/artiesten zou moeten kunnen staan. Hoe krijgen we structureel meer vertellers op het podium? Vanuit Zwolle Unlimited worden veel jonge vertellers opgeleid. Ze werken veel met het voortgezet onderwijs als bron, maar zoeken nu ook meer samenwerking met MBO-kunstopleidingen en langzaam ook meer met het HBO-kunstvakonderwijs. Kitty geeft aan dat je vernieuwingen moet faciliteren, zo draagt Zwolle Unlimited o.a. bij met het bieden van verschillende podia voor jonge makers tijdens het festival. Een voorbeeld van een op-leidingstak van hen is het project Vertellers in de aanval, waarin zij een bus met jonge vertellers langs 40 scholen laten gaan om 2 dagen lang te vertellen. Een belangrijke volgende stap na het opleidingsaanbod is, als vertellers op een goed niveau zitten, het uitwisselen met internationale festivals. Tip die Kitty meegeeft is dat je ervoor moet zorgen dat je jezelf serieus neemt als ondernemer.

Actiepunten

1. Acquisitie / ondernemerschap (geen angst voor acquisitie).

Sahand Sahebdivani geeft aan dat ondernemerschap al standaard een onderdeel is van hun storytelling training, zij hebben daar een lesbrief voor, er wordt 12 uur van de opleiding besteed aan ondernemerschap. Walter Roozendaal geeft aan dat het wellicht een idee is om een specifieke cursus op te stellen voor vertellers in samenwerking met de Stichting Cultuur en Ondernemen.

2. Belangenorganisatie.

Er wordt al enige tijd gewerkt aan het tot stand komen van een digitaal Vertelplein, waar inmiddels een aantal organisaties mee bezig is. Dit heeft geleid tot het initiatief voor een belangenorganisatie. Binnenkort zullen ook andere organisaties uitgenodigd worden om mee te denken. Op het Vertel Event van de Stichting Vertellen op 27 januari 2018 zal dit ook ter sprake komen.

3.Vertelopleidingen.

De vertelopleidingen zouden meer samen kunnen gaan doen, of in elk geval meer kennis delen. Met als doel samen een beter, groter en aanvullender aanbod kunnen bieden. Veva Gerard geeft aan dat er een weekend georganiseerd gaat worden voor docenten van verschillende opleidingen waarin kennis gedeeld gaat worden.

4. En verder:

  • Programmeurs bij elkaar laten komen om te praten over visie
  • Lobbygroep oprichten voor o.a. fondsen en podia, om te werken aan de erkenning

Verslag: Lenneke Beunk, Bureau Barel, https://www.bureaubarel.nl